Het thuis gevoel verder weg
Een vakantie op de Deense Waddeneilanden – heb je daar al eens aan gedacht? Veel mensen denken bij de Waddeneilanden alleen aan Texel, Vlieland, Terschelling, Ameland en Schiermonnikoog. Dat zijn niet de enige eilanden in de Waddenzee waar je naar toe kunt gaan. Ook Duitsland en Denemarken beschikken over prachtige Waddeneilanden waar je een onvergetelijke tijd kunt beleven. Je vindt hier authentieke Deense tradities, een bijzondere flora en fauna en natuurlijk onverstoorbare rust. Naar welk Deens Waddeneiland ga jij?
Denemarken heeft in totaal 6 Waddeneilanden waarvan er maar 3 bewoond zijn.
De Deense Waddeneilanden lijken wel een beetje op die van Nederland, maar hebben ieder hun eigen karakter en hun eigen charme. Het land beschikt over vijf Waddeneilanden waarvan er slechts drie zijn bewoond: Rømø, Mandø en Fanø. Het kleinste eiland is Mandø met een oppervlakte van negen vierkante meter. Er wonen ongeveer 40 mensen op het eiland, waardoor het extra speciaal voelt om hier naartoe te kunnen gaan. Het eiland wordt ook wel gezien als een bijzondere bestemming om echt eens van de gebaande paden te gaan. Wat zo uniek is, is dat je Mandø alleen kunt bereiken met de Mandø tractorbus als het water laag is.
Rømø is het grootste eiland qua oppervlakte, namelijk 90 vierkante meter. Maar: Rømø beschikt wel over minder inwoners dan Fanø met een oppervlakte van 59 vierkante meter. Wat Rømø zo uniek maakt, is dat je hier de breedste zandstranden van heel Noord-Europa kunt vinden. Op het smalste stuk is het alsnog 600 meter breed. De stranden in het noorden en zuiden kunnen bij eb zelfs drie kilometer breed worden. Je mag hier met je auto over het strand rijden en op het strand staan; iets wat we in Nederland niet zomaar overal mogen doen.
Naar welk Deens Waddeneiland je ook gaat; dat échte eilandgevoel? Dat heb je overal. Of je nu met de auto van het vasteland van Jutland over de dam naar Rømø rijdt of wanneer je met het lokale veerpontje naar het meest noordelijke eiland Fanø vaart; ieder eiland is een feestje om te zijn. Omdat het bij Mandø afhangt van het getij wordt dit eiland minder vaak bezocht door toeristen. Juist daarom is het de moeite waard om eens af te reizen naar dit bijzondere stukje Denemarken.
Wanneer je het vasteland verlaat, zul je namelijk al verrast worden door de magische natuur van de Deense Waddeneilanden. Denk aan de eerder genoemde brede stranden, maar ook aan hoge duinen, diepe bossen en ongerept groen. Op ieder eiland vind je onverstoorde rust en kun je volledig opladen voordat je weer naar huis gaat. Daarbij is elk Deens Waddeneiland hartstikke leuk voor jong en oud. De buitenlucht hier doet iedere leeftijd ontzettend goed.
Het Deense deel van de Waddeneilanden bestaat maar uit zes eilanden. Terwijl Denemarken in totaal maar liefst zevenhonderd eilanden heeft. Van de zes Deense Waddeneilanden is maar de helft bewoond, dat zijn de eilanden Rømø, Mandø en Fanø.
Kenmerkend zijn hier de rietgedekte woningen en boerderijen, de vele duinen en de enorm brede stranden.
Sinds het jaar 2008 zijn de Waddeneilanden en de bijbehorende zee benoemd tot Nationaal Park Vadehavet. En in 2014 is dit gebied toegevoegd aan Werelderfgoed Waddenzee. Over het algemeen zijn de Denen wat minder betrokken bij hun Waddeneilanden dan wij als Nederlanders en Duitsers.
